Wijzigingen box 3 vermogen
Het belastingplan 2024 voert een aantal maatregelen in met betrekking tot box 3, de belangrijkste maatregelen zetten wij u voor u uiteen:
- Het tarief gaat omhoog van 32% naar 36%, het heffingsvrije vermogen gaat echter niet omhoog en blijft €.57.000 per belastingplichtige ( voor fiscale partners €.114.000,--);
- Verder geldt voor de jaren 2023 t/m 2026 een overbruggingswet, de box 3 heffing wordt berekend aan de hand van forfaitaire rendementspercentages voor de drie categorieën: bank- en spaartegoeden, overige bezittingen en schulden;
- Voor 2023 is alleen het forfaitaire percentage overige bezittingen vastgesteld op 6,17%. Voor de bank- en spaartegoeden en de schulden zijn de percentages nu nog ramingen en voorlopig vastgesteld op resp. 0,36% en 2,57%;
- Verder worden aandelen in een reservefonds van een VVE met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 aangemerkt als bank- en spaartegoeden, evenals een derdenrekening bij een notaris. Hiervoor geldt dan een lager forfaitaire rendementspercentage dan dat was voor de overige bezittingen waartoe deze tot nu toe werden gerekend
-'Vorderingen en schulden tussen fiscale partners en tussen ouders met een minderjarig kind mogen tegen elkaar worden weggestreept in de aangifte inkomstenbelasting met terugwerkende kracht per 1 januari 2023. Per saldo hoeven deze bestanddelen niet meer worden aangegeven in de IB-aangifte, dit om het nadeel weg te nemen van dat de schulden aftrekbaar zijn tegen een forfaitair forfaitair rendementspercentage van 2,57% en de vordering van de box 3 heffing tegen een percentage van 6,17% in 2023.